28 april 2010

Furio Scarpelli


90, Rome, 28 april, natuurlijke dood

Italiaans scenarioschrijver. Vormde met collega Agenore Incrocci (1919-2005) het legendarische scenarioduo Age-Scarpelli, dat de commedia all'Italiana hielp definiëren en later nieuwe impulsen gaf, vooral in hun werk voor regisseur Ettore Scola, die aanvankelijk ook scenario's met hen schreef voor andere regisseurs. Ze wonnen de scenarioprijs in Cannes voor La terrazza (Scola, 1980) en kregen Oscarnominaties voor I compagni (Mario Monicelli, 1963) en Casanova '70 (Monicelli, 1965). Zonder Age werd Scarpelli ook genomineerd voor Il postino (Michael Radford, 1994). Het scenario van Age-Scarpelli voor de avonturenfilm Le fatiche di Ercole/Hercules (Pietro Francisci, 1958) en de spaghettiwestern The Good, the Bad and the Ugly/Il buono. il brutto e il cattivo (Sergio Leone, 1966) werden door de regisseur afgewezen, maar toch bleef hun naam op de credits staan.


De lange samenwerking van het duo begon in 1949 met Vivere a sbafo (Giorgio Ferroni, 1949). Tot de lange lijst van overige films behoren Totò cerca casa (Monicelli en Steno, 1949), Totò e le donne (Monicelli en Steno, 1952), Don Camillo e l'on. Peppone (Carmine Gallone, 1955), Il bigamo (Luciano Emmer, 1956), Il medico e lo stregone (Monicelli, 1957), I soliti ignoti/Big Deal on Madonna Street (Monicelli, 1958), La grande guerra (Monicelli, 1959), Risate di gioia (Monicelli, 1960), Il mattatore (Dino Risi, 1960), Tutti a casa (Luigi Comencini, 1960), The Best of Enemies (Guy Hamilton, 1961), A cavallo della tigre (Comencini, 1961), La marcia su Roma (Risi, 1962), I mostri (Risi, 1963), Sedotta e abbandonata (Pietro Germi, 1964), Signore e signori (Germi, 1966), Io, io, io...e gli altri (Alessandro Blasetti, 1966), L'armata Brancaleone (Monicelli, 1966), Le streghe (segment van Monicelli, 1967), Riusciranno i nostri eroi a ritrovare l'amico misteriosamente scomparso in Africa? (Scola, 1968), Dramma della gelosia (Scola, 1970), C'eravamo tanto amati (Scola, 1974), La donna della domenica (Comencini, 1975), Sunday Lovers (segment van Risi, 1980), Nudo di donna (Nino Manfredi, 1981), Le bal (Scola, 1983), Maccheroni (Scola, 1985) en La famiglia (Scola, 1987). In samenwerking met anderen dan Age (onder wie zijn zoon Giacomo Scarpelli) schreef hij films als Totò le Moko (Carlo Ludovico Bragaglia, 1949), Celluloide (Carlo Lizzani, 1995), La cena (Scola, 1998) en N (Io en Napoleone) (Paolo Virzi, 2006).


26 april 2010

Joseph W. Sarno


SIN IN THE SUBURBS

89, New York, 26 april, na een korte ziekte

Amerikaans regisseur en scenarioschrijver, soms opererend onder het pseudoniem Karl Andersson. In de jaren zestig met collega's als Russ Meyer en Radley Metzger pionier van het sexploitatiegenre, maar zou later overstappen op harde porno. Debuteerde officieel met de low-budgetproductie Lash of Lust (1962). Tot zijn bekendste softpornotitels behoren Sin in the Suburbs (1964), Pandora and the Magic Box (1965), Flesh and Lace (1965), The Love Merchant (1966), The Swap and How They Make It (1966), Moonlighting Wives (1966), The Bed and How to Make It! (1966), The Sex Cycle (1967), Anything for Money (1967), Vibrations (1968), Odd Triangle (1968), Deep Inside (1968), het Zweedse Inga/Jag - en oskuld (1968) en The Seduction of Inga/Någon att älska (1971), All the Sins of Sodom (1968). The Indelicate Balance (1969), Passion in Hot Hollows (1969), The Young, Erotic Fanny Hill (1971), Young Playthings (1972), Swedish Wildcats/Every Afternoon (1972), Der Fluch der schwarzen Schwestern/The Devil's Plaything (1974), Deep Throat Part II (met Linda Lovelace; 1974), Confessions of a Young American Housewife (1974), Butterflies (1975), Abigail Lesley Is Back in Town (1975), Slippery When Wet (1976), Misty (1976), Inside Jennifer Welles (1977), Kärleksön/Hot Swedish Summer (1978), Deep Inside Annie Sprinkle (1981) en Inside Little Oral Annie (als Kenneth Morse, 1984). Laatste film: Suburban Secrets (2004).


25 april 2010

Dorothy Provine


73, Bremerton WA, 25 april, emfyseem

Amerikaans actrice en zangeres. Debuteerde met de titelrol in de B-film The Bonnie Parker Story (William Witney, 1958). Daarna vooral veel televisie, filmrollen in bijvoorbeeld Riot in Juvenile Prison (Edward L. Cahn, 1959), tegenover Lou Costello in The 30 Foot Bride of Candy Rock (Sidney Miller, 1959), It's a Mad Mad Mad Mad Worild (Stanley Kramer, 1963), Good Neigbor Sam (David Swift, 1964), The Great Race (Blake Edwards, 1965), That Darn Cat! (Robert Stevenson, 1965), Who's Minding the Mint? (Howard Morris, 1967) en Never a Dull Moment (Jerry Paris, 1968). Getrouwd met Tarzan-regisseur Robert Day.


THE GREAT RACE

Alan Sillitoe


82, Londen, 25 april, doodsoorzaak onbekend

Engels (scenario)schrijver. Behoorde met onder meer John Osborne en Kingsley Amis tot de angry young men, die de realiteit van jongeren uit de Britse arbeidersklasse in de literatuur introduceerden. Hun boeken en toneelstukken werden vaak verfilmd door regisseurs die hetzelfde hadden gedaan in de Free Cinema van de jaren vijftig. Enigszins neerbuigend werd dan vaak gesproken van 'gootsteenrealisme' (kitchen sink realism). Voor twee films naar zijn bekendste werken schreef Sillitoe ook zelf het scenario: Saturday Night and Sunday Morning (Karel Reisz, 1960) en The Loneliness of the Long Distance Runner (Tony Richardson, 1962). Een minder bekende, Amerikaanse verfilming, van zijn boek The General, was Counterpoint (Ralph Nelson, 1967). Ook schreef hij de film The Ragman's Daughter (Harold Becker, 1972).


23 april 2010

Don Guest


75, Tours, 23 april, gevolgen van een val

In Frankrijk wonend Amerikaans producent. Tekende samen met Anatole Dauman voor de productie van Gouden Palmwinnaar Paris, Texas (Wim Wenders, 1984). Produceerde ook Blue Collar (Paul Schrader, 1978), Hammett (Wenders, 1982), At Close Range (James Foley, 1986) en Shadow of China (Mitsuo Yanagimachi, 1990). Eerder lang actief als productieleider, bijvoorbeeld van Zabriskie Point (Michelangelo Antonioni, 1970), The Last Picture Show (Peter Bogdanovich, 1971) en The Getaway (Sam Peckinpah, 1972).


Trailer till Hammett från rstvideos trailerarkiv.

18 april 2010

Arie Verkuijl


69, Paramaribo, 18 april, ernstige aandoening

Surinaams architect en filmproducent en -regisseur. Oude jeugdvriend van Pim de la Parra schreef zich in 2005 in als student aan diens Surinaamse Filmacademie. Vervolgens produceerde Verkuijl een aantal lange films van De la Parra: Het geheim van de Saramacca rivier (2007) en Het laatste verlangen (2008). Verkuijl schreef, regisseerde en produceerde de korte film 13 van ons (2006). Daarna regisserde hij de lange films Wat de vrouw wil... is de wil van God (2008), Ontworteld (2008) en Elk eind is een begin/Chaque fin est un début (2009). Postuum zal zijn film Mijn moeder is overal... (2010) uitkomen. Verkuijl was sinds 2006 secretaris van de Surinaamse Film Academie en met De la Parra en Borger Breeveld oprichter van het Film Instituut Paramaribo.

Paul Bisciglia


81, Nanterre, 18 april, natuurlijke dood

In Algerije geboren Frans bijrolacteur. Tot zijn ruim honderd piepkleine bijdragen aan films behoren die in Méfiez-vous des blondes (André Hunebelle, 1950), Sous le ciel de Paris (Julien Duvivier, 1950), Avant le déluge (André Cayatte, 1953), Funny Face (Stanley Donen, 1957), Les cousins (Claude Chabrol, 1958), Paris nous appartient (Jacques Rivette, 1959), Le signe du lion (Eric Rohmer, 1959), La belle américaine (Robert Dhéry en Pierre Tchernia, 1961), Cherchez l'idole (Michel Boisrond, 1963), Paris brûle-t-il?/Is Paris Burning? (René Clément, 1965), Hibernatus/Vriezen we dood, dan vriezen we dood (Edouard Molinaro, 1969), Bof...anatomie d'un livreur (Claude Faraldo, 1971), Le cinéma de papa (Claude Berri, 1971), Un meurtre est un meurtre (Etienne Périer, 1972), Les aventures de rabbi Jacob (Gérard Oury, 1973), La gifle (Claude Pinoteau, 1974), L'important c'est d'aimer (Andrzej Zulawski, 1974), Lumière (Jeanne Moreau, 1975), L'aile ou la cuisse (Claude Zidi, 1976), L'animal (Zidi, 1977), Anthracite (Edouard Niermans, 1980) en Un monde sans pitié (Eric Rochant, 1989).

17 april 2010

Sotigui Kouyaté


73, Parijs, 17 april, acute longaandoening

In het huidige Mali (Frans Soedan) geboren, in Opper-Volta (nu Burkina Faso) opgegroeid Frans acteur, behorende tot het Mandinka-volk. Won een Zilveren Beer voor zijn rol in London River (Rachid Bouchareb, 2009). Was onder meer voetballer en verhalenverteller (griot) voordat hij in films ging spelen. Onder meer in Black mic-mac (Thomas Gilou, 1985), Descente aux enfers (Francis Girod, 1986), Y'a bon les blancs (Marco Ferreri, 1987), Boulevards d'Afrique (Jean Rouch en Tam-Sir Doueb, 1988), L'Africana (Margarethe von Trotta, 1989), The Mahabharata (Peter Brook, 1989), The Sheltering Sky (Bernardo Bertolucci, 1990), Golem (Amos Gitaj, 1991), IP5 (Jean-Jacques Beineix, 1991), Sale gosse (Claude Mouriéras, 1994), La genèse (Cheick Oumar Sissoko, 1998), Little Sénégal (Bouchareb, 2000), Dirty Pretty Things (Stephen Frears, 2001), The Truth about Charlie (Jonathan Demme, 2001). Vader van regisseur Dani Kouyaté.


Dede Allen


86, Los Angeles, 17 april, beroerte

Amerikaans editor, eigenlijk Dorothea Carothers Allen. Baanbrekend editor en in Hollywood een van de eersten die een solocredit kreeg voor montage. Paste de moderne opvattingen van de nouvelle vague, zoals jump cuts en overlappend geluid, toe in de mainstream. Won een Oscar voor Dog Day Afternoon (Sidney Lumet, 1975) en kreeg nominaties voor Reds (samen met Craig McKay; Warren Beatty, 1981) en Wonder Boys (Curtis Hanson, 2000). Viel al eerder op door haar dynamische montage van films als The Hustler (Robert Rossen, 1961) en Bonnie and Clyde (Arthur Penn, 1967). Begon haar loopbaan als koerier voor Columbia Pictures, daarna geluidssnijder en montageassistent. Eerste zelfstandig gemonteerde film: Odds against Tomorrow (Robert Wise, 1959). Voorts onder meer America, America (Elia Kazan, 1963), Rachel, Rachel (Paul Newman, 1968), Alice's Restaurant (Penn, 1969), Little Big Man (Penn, 1970), Slaughterhouse-Five (George Roy Hill, 1972), Serpico (Lumet, 1973), Night Moves (Penn, 1975), The Missouri Breaks (Penn, 1976), Slap Shot (Hill, 1977), The Wiz (Lumet, 1978), Harry & Son (Newman, 1984), The Breakfast Club (John Hughes, 1985), The Milagro Beanfield War (Robert Redford, 1988), Henry & June (Phil Kaufman, 1990), The Addams Family (Barry Sonnenfeld, 1991), John Q (Nick Cassavetes, 2002) en Fireflies in the Garden (Dennis Lee, 2008). Executive producer van Reds (Beatty, 1981). In de jaren negentig hoofd postproductie van Warner Bros.


16 april 2010

Dick Top


69, Loenen aan de Vecht?, 16 april, hersentumor

Nederlands acteur en theaterregisseur. Speelde vanaf 1960 bij gezelschappen als Het Masker, Proloog en de Haagse Comedie. Sinds 1969 vooral actief als regisseur van drama, opera en musical in onder meer de Verenigde Staten, Duitsland en Oostenrijk. Twee kleine filmrollen, in De vergeten medeminnaar (Giovanni Korporaal, 1963) en Der Mörder (Ottokar Runze, 1979).

Anabel Shaw


88, Santa Barbara, 16 april, borstkanker

Amerikaans filmactrice, pseudoniem van Marjorie Henshaw. Veelal second lead onder contract bij Fox, vooral in film noir. Onder meer Shock (Alfred L, Werker, 1946), Strange Triangle (Ray McCarey, 1946), Home, Sweet Homicide (Lloyd Bacon, 1946) en de musical Mother Wore Tights (Walter Lang, 1947). Daarna bij andere studio's in Bulldog Drummond Strikes Back (Frank McDonald, 1947), Secret beyond the Door... (Fritz Lang, 1947), Hold That Baby! (Reginald Le Borg, 1949), Gun Crazy/Deadly is the Female (Joseph H. Lewis, 1950) en To Hell and Back (Jesse Hibbs, 1955).


15 april 2010

Michael Pataki


72, North Hollywood, 15 april, kanker

Amerikaans bijrolacteur. Hoewel hij top-billing kreeg in de B-film Zoltan: Hound of Dracula/Dracula's Dog (Albert Band, 1978), vooral bekend geworden door bescheidener rollen als heavy. Zo speelde Pataki een vliegtuigkaper in Airport '77 (Jerry Jameson, 1977), een opzichter van een begraafplaats in Dead and Buried (Gary Sherman, 1981), een Russische coach in Rocky IV (Sylvester Stallone, 1984) en een sinistere arts in Halloween 4: The Return of Michael Myers (Dwight H. Little, 1988). Ook was hij te zien als mimespeler in Easy Rider (Dennis Hopper, 1969). Voorts in films als Five the Hard Way (Gus Trikonis, 1969), The Andromeda Strain (Robert Wise, 1971), Brute Corps (Jameson, 1972), The Dirt Gang (Jameson, 1972), The Amazing Spider-Man (E. W. Swackhamer, 1977), Love at First Bite (Stan Dragoti, 1979), The Onion Field (Harold Becker, 1979), Raise the Titanic (Jameson, 1980) en Remo Williams: The Adventure Begins (Guy Hamilton, 1985). Regisseerde twee drive-in-films voor producent Charles Band: Mansion of the Doomed (1976) en een pikante versie van Cinderella (1977).


12 april 2010

Werner Schroeter


65, Kassel, 12 april, kanker

Duits filmmaker en operaregisseur. In de jaren zestig en zeventig gezichtsbepalend in de marge van de jonge Duitse cinema door zijn aan de underground gelieerde romantisch-decadente en vernieuwende films. Won in 1980 een Gouden Beer voor het gastarbeidersmelodrama Palermo oder Wolfsburg, een van zijn meest toegankelijke werken, maar ook al min of meer een afsluiting van de meest vruchtbare periode. Draaide voornamelijk op 16mm, te beginnen met de korte film Verona (1967). Vaak speelde de diva en muze Magdalena Montezuma een hoofdrol. Tot zijn bekendste, veelal op het Rotterdamse filmfestival vertoonde films behoren Eika katappa (1969), Salome (1971), Der Tod der Malia Malibran (1972), Der schwarze Engel (1975), Goldflocken (1976), Regno di Napoli/Neapolitanische Geschichten (1978), Die Generalprobe (1980), Tag der Idioten (1981), Liebeskonzil (1982), Der Rosenkönig (1986), Malina (1991), Deux (2002) en Nuits de chien (2008). Was als acteur te zien in verschillende eigen films en in de korte film Alabama: 2000 Lightyears from Home (Wim Wenders, 1969), Warnung vor einer heiligen Nutte (Rainer Werner Fassbinder, 1971), de televisieproducties Welt am Draht (Fassbinder, 1973) en Berlin Alexanderplatz (Fassbinder, 1980) en in Das Gespenst (Herbert Achternbusch, 1982). Een van de cameralieden van Armee der Liebenden oder Revolte der Perversen (Rosa von Praunheim, 1979). Ook zeer actief in het theater, met name als regisseur van opera's.


11 april 2010

Piet Meerburg


90, Amsterdam, 11 april, na een lange ziekte

Nederlands verzetsman, jurist, bioscoopexploitant, filmdistributeur en theaterproducent en -exploitant, voluit mr. Pieter Adriaan Meerburg. Gaf tijdens de Tweede Wereldoorlog als rechtenstudent leiding aan een Amsterdamse verzetsgroep, die Joodse kinderen in veiligheid bracht. Richtte kort na de bevrijding de Stichting Onderlinge Studenten Steun op, die een bioscoop voor werkstudenten begon onder de naam Kriterion. Hij zou zijn leven lang direct of indirect betrokken blijven bij het nog steeds functionerende studententheater, dat in de jaren zestig door Jean-Luc Godard himself een bovenzaal liet openen voor met name Franse art films, genaamd Studio K. Ook richtte Meerburg in 1946 samen met filmjournalist Paul Kijzer het Nederlands Historisch Film Archief op. Het eerste jaar trad Meerburg als directeur op en werd toen opgevolgd door secretaris Jan de Vaal, een neef van Kijzer, die de collectie van her en der verzamelde kopieën zou uitbouwen tot het in 1952 opgerichte Nederlands Filmmuseum. In 1948 produceerde Meerburg een van de eerste naoorlogse speelfilms. Niet tevergeefs (Edmond T. Gréville, 1948) was een nauwgezette reconstructie van enkele episodes uit het verzet.


Vanaf 1952 exploiteerde Meerburg 35 jaar lang het Nieuwe de la Martheater, de thuisbasis van vele cabaretgrootheden en van de eerste ongesubsidieerde, 'vrije' theaterproducties. Ook produceerde hij sinds 1960, aanvankelijk samen met Willy Hofman, later met John de Crane, de eerste grote Nederlandse theatermusicals, zoals My Fair Lady, Oliver en de originele musicals van Annie M.G. Schmidt en Harry Bannink.



Allengs bouwde Meerburg ook zijn concern van art house bioscopen uit, dat rond 1970 zo'n zestig doeken programmeerde. Daar waren bij uitstek de films van de Franse nouvelle vague en het werk van de Italiaanse en Zweedse grootmeesters te zien. Van Meerburg Theaterbeheer maakten op zeker moment bioscopen deel uit als het Leidsepleintheater, Calypso, Bellevue Cinerama, Alfa, het Rembrandtpleintheater en Rivoli (het voormalige balkon van Rialto) in Amsterdam; Asta, Bijou, Kriterion, Studio 2000 en Babylon in Den Haag; 't Venster, Oscar, Thalia, Luxor en Cinerama in Rotterdam, alsmede bioscopen in Nijmegen, Antwerpen en Gent. In de jaren zeventig en tachtig zorgde de Meerburggroep samen met de concerns van City en Tuschinski voor een wankel evenwicht in de Randstad. Een crisis in het bioscoopbezoek, mede door de komst van de videorecorder, deed Meerburg in 1983 besluiten tot een verregaande samenwerking met het City-concern van Fred Denker. Het vormde ook de aanleiding tot een bittere breuk met Meerburgs eerste adjudant en goede vriend Laurens Geels, die besloot filmproducent te worden. Drie jaar later gingen de fusiegroep en Tuschinski samen en ontstond een bijna-monopolie dat na vele avonturen uiteindelijk bekend zou worden als Pathé Theaters. In 1988 nam Meerburg de exploitatie over van De Uitkijk, het oudste art house van Amsterdam, dat hij al sinds jaren programmeerde. Met medewerking van de Kriterionstudenten werd een onafhankelijke doorstart gemaakt.


Tot de vijanden van 'meester Piet', zoals zijn medewerkers hem liefkozend en met respect noemden, behoorde mr. Henrik Scholte, een van de oprichters van de Filmliga, die in de jaren vijftig een gerechtelijke procedure aanspande, omdat Meerburg hem de toegang tot Kriterion ontzegde wegens een vermeend fout oorlogsverleden. Ook met voormalig operateur van De Uitkijk Pieter Goedings kwam het nooit meer goed, nadat die The Movies was begonnen met volgens Meerburg van hem gestolen filmkopieën.


In incidentele gevallen nam Meerburg een film die hem dierbaar was, maar die commercieel moeilijk lag, zelf in distributie. Tot de titels van de daarvoor bestemde distributeur Amstel Film behoorden A Woman under the Influence (John Cassavetes, 1974), de Werkteaterfilm Toestanden (Thijs Chanowski, 1976) en Gouden Kalfwinnaar Hans - Het leven voor de dood (Louis van Gasteren, 1982). Enkele jaren terug keerde Amstel Film als distrubuteur terug, onder leiding van zoon Krijn Meerburg, die ook de programmering van Cinerama in Rotterdam en De Uitkijk en Studio K (inmiddels de naam van een nieuwe bioscoop in Amsterdam-Oost) continueerde.


Over zijn theateractiviteiten vertelt Meerburg in de televisiedocumentaire Verliefd op de musical (Guus van Waveren, 2002) en over zijn werk voor het verzet in Geen voorstelling van te maken, een dvd van de Hollandsche Schouwburg. Hij was onder meer bestuurder van de Nederlandse Bioscoopbond en filmadviseur van de Raad voor de Kunst. In 1987 lid van de Gouden Kalfjury.

10 april 2010

Larry Linville


70, New York, 10 april, longontsteking als complicatie bij een kankeroperatie

Amerikaans televisieacteur. Ontleende grootste roem aan de rol van majoor Frank Burns in de serie M*A*S*H (1972-77), het personage dat Robert Duvall speelde in de gelijknamige film (Robert Altman, 1970). Ook enkele filmrollen, bijvoorbeeld in Kotch (Jack Lemmon, 1971), Bunny O'Hare (Gerd Oswald, 1971), Earth Girls Are Easy (Julien Temple, 1988) en Rock 'n Roll High School Forever (Deborah Brock, 1991).

08 april 2010

Teddy Scholten


83, Den Haag, 8 april, doodsoorzaak onbekend

Nederlands televisiepresentatrice, zangeres en kleinkunstenares, geboren als Dorothea Margaretha van Zwieteren. Werd in 1959 in Cannes de tweede Nederlandse winnares van het Eurovisie Songfestival, met het door Dick Schallies en Willy van Hemert geschreven liedje 'n Beetje. Trad op voor radio en in cabaret, was nog voor de eerste officiële televisie-uitzending in 1951 een half jaar de omroepster bij de proefprogramma's van Philips in Eindhoven. Was met haar man Henk Scholten vedette van de Sleeswijkrevue (1955-60) en samen presenteerden zij het amusementsprogramma Zaterdagavondakkoorden (KRO). Ook werkte ze mee aan Kiekeboe, een vroeg candid cameraprogramma. Naast enkele reclame- en opdrachtfilms, zoals de jaarlijkse oproep voor bijdragen aan het Bio Vakantieoord van de Nederlandse Bioscoopbond (Ook u?, 1955), speelde ze in twee afleveringen van de in Nederland opgenomen Amerikaanse thrillerserie Secret File, U.S.A., te weten Mission Danube (1954) en Mission Deadline (1954). Wordt in archiefbeelden, wegens een oppervlakkige gelijkenis, nogal eens verward met VARA-omroepster Karin Kraaykamp.


Malcolm McLaren


64, Zwitserland, 8 april, buikvlieskanker

Engels rockmanager, -artiest en -componist. Zelfverklaard genie achter het succes van de invloedrijke punkgroep The Sex Pistols. Die claim werd betwist door de groepsleden Johnny Rotten en Sid Vicious, maar was mede te danken door zijn hoofdrol van 'The Embezzler' in de rond de band opgebouwde film The Great Rock 'n' Roll Swindle (Julien Temple, 1980). Een genuanceerder beeld kwam naar voren uit de documentaire The Filth and the Fury (Temple, 2000). Zijn personage werd vertolkt door David Hayman in de speelfilm Sid & Nancy (Alex Cox, 1986). McLaren leidde aanvankelijk een klerenwinkel met zijn toenmalige partner, punk-modeontwerper Vivienne Westwood. Volgens sommige bronnen was het McLaren die de veiligheidsspeld introduceerde als de fetisj van de beweging. Later zou hij ook zelf singles en albums maken, onder meer als Brits hiphop-pionier en in duetten met Françoise Hardy en Catherine Deneuve. Ook schreef hij de titelsong van de film Carry On Columbus (Gerald Thomas, 1992). Produceerde samen met Jeremy Thomas de film Fast Food Nation (Richard Linklater, 2006).


James Aubrey


62, Cranwell (graafschap Lincolnshire), 8 april, hartaanval

In Oostenrijk geboren Engels acteur, voluit James Aubrey Tregidgo. Debuteerde als 15-jarige in de rol van Ralph, een van de twee leiders van de jonge schipbreukelingen in de eerste verfilming van William Goldings Lord of the Flies (Peter Brook, 1963). Speelde als volwassene veel in het theater en op televisie. In films als Galileo (Joseph Losey, 1975), Terror (Norman J. Warren, 1978), Home before Midnight (Pete Walker, 1979), The Great Rock 'n' Roll Swindle (Julian Temple, 1980), The Hunger (Tony Scott, 1983), Cry Freedom (Richard Attenborough, 1987) en Spy Game (Scott, 2001).


07 april 2010

Christopher Cazenove


66, Londen, 7 april, bloedvergiftiging

Engels acteur. Bij het brede publiek vooral bekend door de rol van Ben Carrington in de tv-serie Dynasty (1986-87). Maakte filmdebuut met een kleine rol in There's a Girl in My Soup (Roy Boulting, 1970). Knappe verschijning met typisch Britse 'dash' was ook te zien in films als Royal Flash (Richard Lester, 1975), La petite fille en velours bleu (Alan Bridges, 1978), Zulu Dawn (Douglas Hickox, 1979), Eye of the Needle (Richard Marquand, 1981), de pausbiografie From a Far Country (Krzysztof Zanussi, 1981), Heat and Dust (top-billed; James Ivory, 1983), tegenover Sylvia Kristel in Mata Hari (Curtis Harrington, 1985), 3 Men and a Little Lady (Emile Ardolino, 1990), Aces: Iron Eagle III (John Glen, 1992), The Proprietor (Ismail Merchant, 1996) en A Knight's Tale (Brian Helgeland, 2001).


Met Nancy Travis in 3 Men and a Little Lady

Oscar Kramer


72, Buenos Aires, 7 april, na een lange ziekte

Argentijns producent. Onder meer La peste (Luis Puenzo, 1992), De eso no se habla (Maria Luisa Bemberg, 1993) en El perro (Carlos Sorin, 2004).


06 april 2010

Corin Redgrave


70, Londen?, 6 april, natuurlijke dood

Engels acteur. Zoon van acteurs Michael Redgrave en Rachel Kempson, broer van actrices Vanessa en Lynn Redgrave. Relatief de minst bekende van zijn generatie in een omvangrijke acteerdynastie. Actief in theater en televisie, ook in film. Debuteerde in Crooks in Cloisters (Jeremy Summers, 1964). Onder meer in The Deadly Affair (Sidney Lumet, 1966), A Man for All Seasons (Fred Zinnemann, 1966), tegenover Monica Vitti in La ragazza con la pistola (Mario Monicelli, 1968), The Charge of the Light Brigade (Tony Richardson, 1968), The Magus (Guy Green, 1968), Oh! What a Lovely War (Richard Attenborough, 1969), When Eight Bells Toll (Etienne Périer, 1971), Von Richthofen and Brown (Roger Corman, 1971), La vacanza (Tinto Brass, 1971), het Australische Between Wars (top-billed; Michael Thornhill, 1974), Sérail (Eduardo de Gregorio, 1976), Excalibur (John Boorman, 1981), Eureka (Nicolas Roeg, 1983), The Fool (Christine Edzard, 1990), In the Name of the Father (Jim Sheridan, 1993), Four Weddings and a Funeral (Mike Newell, 1994), als William of Orange - onze stadhouder Willem III - in England, My England (Tony Palmer, 1995), de Jane Austen-film Persuasion (Roger Michell, 1995), Honest (David A. Stewart, 2000), Enigma (Michael Apted, 2001), Doctor Sleep (Nick Willing, 2002), To Kill a King (Mike Barker, 2003), Enduring Love (Michell, 2004) en als de minister-president in de televisiefilm The Girl in the Café (David Yates, 2005). Laatste grote rol als de componist Hector Berlioz in I, Berlioz (Palmer, 2009). Net als zus Vanessa prominent lid van de trotzkistische Workers' Revolutionary Party. Vader van actrice Jemma Redgrave, tweede huwelijk met actrice Kika Markham (Les deux anglaises et le continent).


04 april 2010

Lori Martin


62, Oakhurst CA, 4 april, doodsoorzaak onbekend

Amerikaans voormalig tieneractrice, pseudoniem van Dawn Catherine Menzer. Speelde de hoofdrol in de televisieserie National Velvet (1960-62) en was de door Robert Mitchum geterroriseerde dochter van Gregory Peck in Cape Fear (J. Lee Thompson, 1962). Oorspronkelijk in televisiecommercials. Voorts films als Machine-Gun Kelly (Roger Corman, 1958), The FBI Story (Mervyn LeRoy, 1959) en The Chase (Arthur Penn, 1966).


01 april 2010

John Forsythe


92, Santa Ynez CA, 1 april, complicaties bij longontsteking

Amerikaans televisie- en filmacteur, pseudoniem van John Lincoln Freund. Speelde als patriarch Blake Carrington de hoofdrol in alle 217 afleveringen van de televisieserie Dynasty (1981-89) en zijn stem was te horen als de onzichtbare opdrachtgever Charlie in de serie Charlie's Angels (1976-81) en de speelfilmversies Charlie's Angels (McG, 2000) en Charlie's Angels: Full Throttle (McG, 2003). Aanvankelijk radio- en theateracteur. Officieel filmdebuut onder contract bij Warner Bros. in Destination Tokyo (Delmer Daves, 1943). Vanaf 1948 zeer actief in televisiedrama en soaps. Filmrollen in onder meer The Captive City (top-billed; Robert Wise, 1952), It Happens Every Thursday (Joseph Pevney, 1953), The Glass Web (Jack Arnold, 1953), Escape from Fort Bravo (John Sturges, 1953), The Trouble with Harry (Alfred Hitchcock, 1955), The Ambassador's Daughter (Norman Krasna, 1956), Kitten with a Whip (Douglas Heyes, 1964), Madame X (David Lowell Rich, 1966), In Cold Blood (Richard Brooks, 1967), Topaz (Hitchcock, 1969), The Happy Ending (Brooks, 1969), The Deadly Tower (Jerry Jameson, 1975), ...and Justice for All. (Norman Jewison, 1979) en Scrooged (Richard Donner, 1988).


Kitten with a Whip