29 november 2010

Mario Monicelli


95, Rome, 29 november, sprong uit een ziekenhuisraam na te zijn opgenomen voor terminale prostaatkanker

Italiaans regisseur en scenarioschrijver. Alleen al om twee opeenvolgende films zou Monicelli een ereplaats verdienen in elk filmpantheon. De komedie I soliti ignoti/Big Deal on Madonna Street/Met boeven vang je boeven (1958) werd een wereldhit, kreeg verschillende remakes en verwierf een Oscarnominatie. Een jaar later volgden een nieuwe Oscarnominatie en een Gouden Leeuw in Venetië voor het drama over militairen in de Eerste Wereldoorlog, La grande guerra (1959).



Op het Lido was ook Monicelli's lange filmloopbaan begonnen, toen hij daar in 1935 een amateurprijs kreeg voor zijn lange 16mm-productie I ragazzi della Via Paal. De zoon van een bekend journalist studeerde literatuur en filosofie en begon op jonge leeftijd filmkritieken te publiceren. Hij werd assistent-regisseur en scenarioschrijver, bij voorbeeld medeverantwoordelijk voor I bambini ci guardano (Vittorio de Sica, 1944), Gioventù perduta (Pietro Germi, 1947), In nome della legge (Germi, 1949) en Riso amaro/Bittere rijst (Giuseppe de Santis, 1950). In 1949 regisseerde Monicelli samen met Steno alias Stefano Vanzina Totò cerca casa, de eerste van acht bitterzoete filmkluchten rond de Napolitaanse komiek, die een soort blauwdruk zouden vormen voor de commedia all'Italiana. Monicelli's films werden gekenmerkt door volkse geestigheid, een linkse politieke overtuiging, een briljant gevoel voor timing en dialogen en een zekere weemoed. Hij won in Berlijn drie keer de Zilveren Beer als beste regisseur, voor Padri e figli (1957), Caro Michele (1976) en Il marchese del Grillo (1981). Ook kreeg hij twee Oscarnominaties als scenarioschrijver, voor I compagni (1963) en Casanova '70 (1965). In 1991 gaf Venetië Monicelli een speciale Gouden Leeuw voor zijn hele oeuvre.



Van zijn ruim zestig films, die hij veelal ook schreef, verdienen minimaal vermelding Guardie e ladri (met Steno, 1951), Le infedeli (met Steno, 1953), Proibito (1954), Il medico e lo stregone (1957), Risate di gioia (1962), L'armata Brancaleone (1966), La ragazza con la pistola (derde Oscarnominatie voor buitenlandse film; 1968), La mortadella/Lady Liberty (1971), de hit Amici miei (als vervanger van de overleden Germi, 1975), Un borghese piccolo piccolo (1977), Le due vite di Mattia Pascal (naar Pirandello; 1985) en de feministische komedie Speriamo che sia femmina (1986). Op 91-jarige leeftijd regisseerde Monicelli zijn laatste film, Le rose del deserto (2006). Als acteur speelde hij onder meer gastrolletjes in Il ciclone (Leonardo Pieraccioni, 1996) en Under the Tuscan Sun (Audrey Wells, 2003).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten